Horror huisbazen
- Auteur
- Yente ·
- Datum
- 23 januari 2022
De naam Esther in dit interview is fictief.
Nu het niet meer zo eenvoudig is om aan een kamer te komen in Groningen ben je natuurlijk maar wat blij als een hospi succesvol voor jou uitpakt. Maar helaas is verhuizen naar je nieuwe studentenkamer niet alleen maar rozengeur en maneschijn: het is namelijk bijna onvermijdelijk om ook in aanraking te komen met de huisbaas. Nu hoeft dat helemaal niet per se een probleem te zijn, maar wel als het huis wat jij je nieuwe thuis gaat noemen eigendom is van een van de beruchte huisbazen van Groningen. En helaas kent de stad daar genoeg van. Een van de veelvoorkomende problemen is chantage. Maak je bijvoorbeeld bezwaar tegen de hoge servicekosten? Dan kun je wel eens een belletje verwachten waarin de huisbaas dreigt om een drugsverslaafde in huis te zetten als je dit niet gauw intrekt. Deze situatie vond jaren geleden plaats en tegen de huisjesmelker in kwestie zijn in de tussentijd al aardig wat aangiftes tegen gedaan. Toch is het probleem hiermee niet opgelost, want na de werkstraf die hem een aantal jaar terug is opgelegd, is hij vrolijk verder gegaan met zijn praktijken. Esther, student aan de Rijksuniversiteit Groningen, weet hier jammer genoeg alles van.
Het is juli 2021, en Esther en haar drie huisgenoten zitten aan de eettafel in de gezamenlijke ruimte van hun gemengde huis. Het gesprek gaat over het feit dat de twee heren uit het huis klaar zijn met hun studie en dus ook het huis gaan verlaten. Een van hen vertrekt per 1 september, de ander waarschijnlijk een maand later. Een aantal maanden eerder werd het door stom toeval duidelijk dat de kamers niet opnieuw verhuurd zou worden. In de bevestigingsmail over de huuropzegging stond namelijk dat dit niet zou gebeuren vanwege “verbouwingsplannen voor de woning in de toekomst”. Hiermee dropte de contactpersoon van Esther’s huisbaas (denk maar niet dat een huisbaas zelf klusjes afhandelt) nogal een bom. Met een beetje logisch redeneren betekende dit namelijk dat de rest van de bewoners ook het huis moest verlaten, al was het niet duidelijk op welke termijn. Het lot bepaalde dat in oktober 2021, Esther de enige was die haar huur nog niet had opgezegd. De studente was van plan daar te blijven wonen totdat er meer duidelijkheid zou zijn over de verbouwingsplannen waar de contactpersoon het over had, aangezien ze een heerlijke, grote kamer voor niet belachelijk veel huur had. En hoewel ze ondertussen wel aan het rondkijken was en zo nu en dan reageerde op beschikbare kamers, had het dus geen haast.
Dat ging eventjes goed, maar al gauw begon het gedonder. “Het begon allemaal toen de wc erg achteruit ging. Ik kon eigenlijk niet naar de wc, omdat die niet kon doorspoelen. Je moest er minstens een paar emmers water in gooien”, aldus Esther. Waar de contactpersoon eerst nog mee dacht, ging zij over op negeerstand toen bleek dat er een klusjesman moest komen. “Ik heb er twee maanden achteraan gezeten voordat het geregeld was”. En dat is nogal wat, als je bedenkt dat het om een wc gaat. Die heb je toch dagelijks een paar keer nodig, dus denk de ellende die gepaard gaat met een niet-doorspoelende wc maar eens in. Maar het ergste kwam nog. Op een woensdagavond rond een uur of half 9 hoorde Esther het slot van de deur omdraaien, waarvan ze ontzettend schrok (zij was immers nog de enige met een sleutel). Toen ze naar de voordeur liep stonden daar twee Poolse bouwvakkers in de hal. Een daarvan hing met iemand aan de telefoon en drukte haar ineens deze telefoon in haar handen. “Dat was, voor zover ik begreep, zijn buitenlandse baas die mij in gebrekkig Engels vertelde dat deze mannen de kamers hadden gehuurd en vroeg of ik ze de kamers wilde laten zien. Volgens hem was ik op de hoogte gesteld via een mail”. Verbouwereerd staarde ze de mannen aan. Een dergelijke mail had ze nooit ontvangen. Dat Esther te geshockeerd was om iets uit te brengen en helemaal niet van plan was om hen de kamers te laten zien, maakte ze niks uit. “De Poolse bouwvakkers hadden al sleutels gekregen en deden de deuren gewoon open”.
Op dat moment was het enige wat de studente ervaarde paniek; er woonden opeens twee buitenlandse mannen in haar huis. Het eerste wat ze deed was al haar persoonlijke spullen die in de keuken en de hal stonden gauw verplaatsen naar haar kamer, en de deur dubbel en dwars op slot. De volgende gedachte was: “ik moet hier weg, nu meteen”. Ze belde een vriendin en kon gelukkig meteen die nacht daar terecht. In de dagen/weken daarna mocht ze verblijven in een appartement van een collega. Natuurlijk kwam ze nog wel zo nu en dan terug; al haar spullen stonden daar en de ongewenste gasten waren overdag aan het werk. Met haar eigen ogen zag ze hoe het huis achteruit ging. “Ze rookten binnen, liepen met hun vieze werkschoenen overal, de hele keuken lag vol met hun eten, pannen en kopjes. Ook hadden ze een mega koelkast in de gang gezet en stond het balkon vol met biertjes. En als kers op de taart sloopten ze lichtknopjes van de muur”.
Ondertussen was de contactpersoon van de huisbaas natuurlijk onbereikbaar. Esther zit net midden in haar tentamenweken en besluit om geen concrete acties te ondernemen tegen de huisjesmelker. Ze had wat rondgevraagd in haar omgeving en wist dat er wel het een en ander mogelijk was, maar dit was “ontzettend veel gedoe en een heel lang proces”. Als je er mentaal al last van hebt, wat in Esther’s geval helaas zo was, zie je hier toch al snel van af. Logisch, maar eigenlijk ook extra zuur. Zo’n beruchte huisbaas en zijn contactpersoon weten precies wat ze aan het doen zijn en dit is natuurlijk precies de uitkomst waar ze op hopen. Omdat veel studenten het niet zien zitten om actie te ondernemen als het proces lang is en de uitkomst waarschijnlijk toch minimaal (wat blijkt uit eerdere aangiftes die vaak nergens tot leidden), weet Esther’s huisbaas dat hij met dit soort stunts weg kan komen. Esther bevestigt dit door te zeggen: “de huisbaas was mij dan ook in één klap kwijt”. Opgeruimd staat netjes, zal hij gedacht hebben.
Nog voordat haar huurtermijn officieel was verlopen hadden een aantal Polen ook Esther’s kamer in beslag genomen. Hoewel ze zelf het huis al had verlaten en de kamer dus leeg stond, is ook dit eigenlijk een hele rare gang van zaken. Blijkt maar weer dat huisbazen het helemaal niet zo nauw nemen met huurcontracten wanneer ze er zelf beter van worden. Inmiddels heeft Esther dit hoofdstuk af kunnen sluiten en woont ze in een leuk studentenhuis met drie andere meiden. Toch blijft het een nare herinnering en is het oneerlijk dat huisjesmelkers zo veel macht hebben dat ze dit soort dingen kunnen flikken.
Gelukkig komen dit soort verhalen 9 van de 10 keer niet voor en is op kamers gaan in Groningen het dus zeker meer dan waard. Toch is het goed dat verhalen als die van Esther wel worden verteld, zodat anderen weten dat zulke dingen wel mogelijk zijn en het in hun achterhoofd kunnen houden. Mocht je dan een van de pechvogels zijn die het niet treft qua huisbaas, dan is hopelijk de shock misschien wat minder dan bij Esther. Ook is het goed om te weten dat als zoiets je overkomt, het wel mogelijk is om er werk van te maken. Check in zo’n geval de site van de Huurcommissie; hier kun je met veel problemen terecht.